Woensdag 5 augustus Grecia

Van de zee naar de bergen 

Voordat we weer naar Nederland vliegen willen we nog een vulkaan bezoeken. Eentje vlak bij San Jose. Dat is zo'n 3,5 uur rijden.
We vertrekken om 10 uur. Adam, onze " hotelier" is net aangekomen met zijn familie. Dus dat komt mooi uit, dat wij nu gaan, geen drukte voor ons en dat zij de ruimte hebben.
Na ongeveer twee uur rijden zien we allemaal mensen op een brug staan en naar beneden kijken. Wij stoppen en gaan ook kijken. Liggen daar zeker twintig echt grote krokodillen te zonnebaden en te dobberen. Hoe bijzonder is dat. Het is echt een hangplek voor de krokodillen. De mensen hebben er meteen restaurantjes en winkeltjes bij gezet. En een man met een vestje aan om de parkeerplekken te regelen. Handig toch? Meteen weer werkverschaffing.
Het laatste stukje gaan we weer hoog de bergen in. Met alle kronkelweggetjes die daarbij horen. Gelukkig wel met asfalt.
We gaan door Grecia. Ik dacht dat dat een bergdorpje zou zijn. Maar het is een behoorlijke grote stad op een plateau, met heeeeeel veeeeel autowinkels.
Om drie uur komen we bij ons logement aan. Het heet Mango Valley. Helemaal tegenovergesteld van waar we vandaan komen. We komen van kleur, een beetje rommelig en gezellig. Aan de ruisende zee. 35 graden. Hier is het piekfijn in orde. Keurig netjes, strak, kleurloos en saai. Helemaal niet passend bij de Spaanse dame die ons gezellig rebbelend ontvangt. 20/ 25 graden. Met een geweldig uitzicht op de vulkaan en heuvels en met een fantastisch zwembad. Aan de rand van een berg. Heel apart als je erin zwemt, alsof je langs de rand van een berg zwemt.
Wat een overgang weer.
We doen rustig aan, lekker lezen en gaan weer op weg om te eten. We halen maar een pizza bij gebrek aan een restaurant in de buurt. Dood voer, maar het vult. Wel grappig om het in het keukentje van ons huisje op te eten.
En terwijl ik dit aan het schrijven ben op ons balkon onder het krekelgezang, komt er opeens een heel groot insect zoemend op ons af. Beter gezegd op ons licht af. Wat boven mij zit.
Het is een enorme kever. Ik herken het en zeg stoer tegen Martin dat die niets doet. Maar als hij op mijn hoofd vliegt schiet ik toch wel gillend overeind.